Het recht op een eerlijk proces vereist tijdige overmaking van documenten aan de rechtzoekende

Door pas 15 maanden na de uitspraak van het vonnis essentiële documenten toe te zenden, heeft de strafrechtbank juridische stappen doen ondernemen die tot schade hebben geleid.

Het recht op een eerlijk proces vereist tijdige overmaking van documenten aan de rechtzoekende

Op 9 september 2021 deed het Europese Hof voor de Rechten van de Mens uitspraak over een vordering tegen Frankrijk wegens niet-naleving van een eerlijk proces.

Het recht op een eerlijk proces is niet alleen gebaseerd op het vermoeden van onschuld. Het EVRM legt ook andere elementen op. In het onderhavige geval gaat het om het recht op een eerlijk proces binnen een redelijke termijn (§ 1), maar ook om het recht te beschikken over de tijd en de middelen die nodig zijn voor de voorbereiding van de verdediging (§ 3 ter).

Door AGR pas 15 maanden na de uitspraak van het vonnis essentiële documenten toe te zenden, heeft de strafrechtbank van Albertville, Frankrijk, AGR juridische stappen doen ondernemen die tot schade hebben geleid.

Door deze laattijdige overdracht kon de termijn van tien dagen voor het instellen van hoger beroep, na de uitspraak van het arrest, niet in acht worden genomen. Bovendien had AGR slechts één maand de tijd om haar beroep in te trekken indien ze dat had gewenst. Omdat zij niet over de vereiste documenten beschikte en zij zich niet billijk kon verdedigen, heeft haar beroep het oorspronkelijke vonnis verergerd.

Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens verklaarde het beroep ontvankelijk, stelde een schending van het EVRM vast en veroordeelde de Franse Staat tot schadeloosstelling van AGR.